Dit was mijn masterproef binnen de opleiding Woordkunst aan het Conservatorium van Antwerpen. Ik maakte deze samen met enkele mensen die ik leerde kennen in de wijk (Esperanza Lima, Oscar Gutierrez, Robert Claessens, Yassine Boubout, Eveline Pilime, Naqibullah Radmal), een scenografe (Marrigje Spoelstra) en drie muzikanten (Vik Van Gyseghem, Michiel Dondeyne en Henri Ardui).

 

Het brengt niet één verhaal, maar vele verhalen van verschillende mensen met verschillende achtergronden. De voorstelling is begonnen met de vraag hoe belangrijk het kennen van je afkomst is. In hoeverre is het geromantiseerd om je ‘roots’ op te zoeken? In hoeverre moeten onze ‘roots’ kennen om onszelf te zijn, om een identiteit te hebben? Wat is dat, ‘jezelf zijn’? Is onze afkomst ons kader, mooi op het dressoir in de woonkamer, of onze kooi, kil in de dierentuin?

 

“Een afkomst kan complex zijn, een bestemming is onzeker, maar elke ervaren koorddanser weet dat de grote opdracht het vinden van de balans op het touw ertussen is.”